een meer
a lake
een broodje
a roll
eigenlijk
actually
middag
afternoon
opnieuw
again
bijna
almost
al
already
altijd
always
en
and
antwoorden
answer
arriveren
arrive
vragen
ask
thuis
at home
eindelijk
at last
's nachts
at night
onmiddellijk
at once
op het station
at the central station
tante
aunt
Oostenrijk
Austria
wakker
awake
slecht
bad
heten
be called
mooi
beautiful
omdat
because
daarom
because of this
bier
beer
zwart
black
beide
both
brood
bread
maar
but
met de bus
by bus
met de metro
by subway
doei / tot ziens
bye
opbellen
call
overstappen
change
kaas
cheese
koffie
coffee
koud
cold
komen
come
kosten
cost
creme
cream
verdomme
damn
dansen
dance
doen
do
onder
down
drinken
drink
makkelijk
easy
acht
eight
lift
elevator
genoeg
enough
alles
everything
overal
everywhere
erg goed
excellent
vinden
find
vinden
find
vuur
fire
passen
fit
vijf
five
voor haar
for her
voor hem
for him
voor jou
for you
voor jullie (meervoud)
for you (plural)
vier
four
vrij
free
waar vandaan
from where
tanken
fuel
functioneren
function
benzine
gasoline
Duits
German
Duitsland
Germany
naar de bioscoop gaan
go to the movies
goede morgen
good morning
tot ziens
goodbye
half twee
half past one
hij komt
he comes
hij rijdt
he drives
hij geeft
he gives
hij heeft
he has
hij moet
he has to
hij is
he is
hij pakt op
he picks up
hij rent
he runs
hij ziet
he sees
hij neemt
he takes
hij praat
he talks
hij wil
he wants to
horen
hear
hier
here
hallo
hi
hoog
high
huis
home
hopen
hope
hoe
how
hoe gaat het
how are you
ik heb honger
I am hungry
ik heb dorst
I am thirsty
ik geloof
I believe
ik kan
I can
ik kom
I come
ik heb
I have
ik weet
I know
ik mag
I may
ik moet
I must
ik zie
I see
ik zit
I sit
ik neem mee
I take along
ik wil
I want to
ik wil graag
I would like
ik zou graag
I would love to
ijs
ice-cream
ziek
ill
wacht even
in a moment
in de zomer
in summer
in Zwitserland
in Switzerland
in de winter
in winter
kennen
know
weten
know
laat
late
later
later
lui
lazy
weggaan
leave
links
left
sla
lettuce
liegen
lie
kijken
look
man
man
misschien
maybe
melk
milk
morgen
morning
muziek
music
mijn vriendin
my girlfriend
mijn achternaam
my surname
natuurlijk
naturally
nodig hebben
need
negen
nine
geen
no
nee
no
nee, dank u
no thank you
niet
not
helemaal niet
not at all
nog niet
not yet
helemaal niets
nothing at all
nu
now
bezet
occupied
oud
old
een momentje
one moment
alleen
only
open
open
open
open
of anders
or else
daar
over there
pardon
pardon
betalen
pay
gluren
peek
spelen
play
mogelijk
possible
snel
quick
liever
rather
klaar
ready
echt
really
rechts
right
zeggen
say
zeven
seven
ze kan
she can
ze gaat
she goes
ze heeft
she has
ze is
she is
ze weet
she knows
ze kan
she may
ze rent
she runs
ze schrijft
she writes
zes
six
slapen
sleep
langzaam
slow
roken
smoke
snel
soon
sorry
sorry
blijven
stay
ophouden
stop
stop
stop
metro station
subway station
suiker
sugar
Zwitserland
Switzerland
tien
ten
bedankt
thanks
dat
that
het ongeluk
the accident
de acteur
the actor
het antwoord
the answer
de fiets
the bicycle
de jongen
the boy
de bus
the bus
het café
the café
het kind
the child
de kinderen
the children
het centrum
the city center
de klok
the clock
het concert
the concert
de honden
the dogs
de fabriek
the factory
het bos
the forest
het meisje
the girl
de meisjes
the girls
de gast
the guest
de hal
the hall
de huisvrouw
the housewife
het interview
the interview
de opgaven
the jobs
de grens
the limit
de man
the man
de plattegrond
the map
de mannen
the men
het menu
the menu
de weg
the motorway
de berg
the mountain
het nummer
the number
de zuster
the nurse
de foto
the photo
het plaatje
the picture
de vragen
the questions
het trein station
the railway station
het restaurant
the restaurant
de school
the school
de zus
the sister
de leraar
the teacher
het kaartje
the ticket
de tijd
the time
de trein
the train
de bezoeker
the visitor
de vrouw
the woman
de vrouwen
the women
het werk
the work
het jaar
the year
de dierentuin
the zoo
dan
then
daar
there
er is
there is
zij zijn
they are
zij vragen
they ask
zij kunnen
they can
zij hebben
they have
zij weten
they know
zij kunnen
they may
zij moeten
they must
zij zeggen
they say
zij willen
they want to
drie
three
tijd
time
vandaag
today
morgen
tomorrow
ook
too
verkeer
traffic
oom
uncle
helaas
unfortunately
op
up
vakantie
vacation
wachten
wait
muur
wall
televisie kijken
watch television
water
water
we zijn
we are
we kunnen
we can
we komen
we come
we hebben
we have
we weten
we know
we kunnen
we may
we moeten
we must
we begrijpen
we understand
we willen
we want to
erg
very
wat
what
wanneer
when
waar
where
waar
where
waar is
where is
wie
who
waarom
why
waarom
why
wijn
wine
op visite gaan
visit
met
with
met haar
with her
met hem
with him
met mij
with me
met jou
with you
zonder
without
werken
work
schrijven
write
fout
wrong
jaar
year
ja
yes
julllie zijn
you are (pl)
jullie kunnen
you can (pl)
jij kan
you can
jij komt
you come
jullie komen
you come (pl)
jij rijdt
you drive
jullie geven
you give (pl)
jullie hebben
you have (pl)
jij hebt
you have
je moet
you have to
je weet
you know
jullie weten
you know (pl)
je mag
you may
jullie mogen
you may (pl)
je kan
you may
je moet
you must
je rent
you run
je ziet
you see
je slaapt
you sleep
je staat
you stand
je neemt
you take
je praat
you talk
je wacht
you wait
jullie wachten
you wait (pl)
u loopt
you walk ( polite)
je wil
you want to
jullie willen
you want to ( plural)
u wilt
you want to (polite)
je wil
you will
je schrijft
you write
jong
young
je voornaam
your first name